Winter&Rust

Over-winter-(en)-rust


 

In deze blog wil ik het hebben over drie zaken, over winter, overwinteren en over winterrust.

 

Over de winter hoef ik weinig te vertellen, het is koud, donker en het kost ons meer moeite om de beweging naar buiten te maken. Bijna instinctief trekken we ons terug in de warmte en het comfort van de binnenruimten. We doen geen winterslaap zoals sommige andere dieren, maar velen klagen over vermoeidheid en meer nood hebben aan slaap tijdens deze periode. Meer nog, regelmatig hoor ik mensen klagen over een loom en lusteloos gevoel tijdens deze periode van het jaar en hoe dit hun dagdagelijkse activiteiten mee beïnvloedt.

 

Ook paarden doen geen winterslaap, zij overwinteren wel. Hiermee  bedoel ik dat ze hun gedrag en hun levenswijze aanpassen aan de omstandigheden die gepaard gaan met deze tijd van het jaar. Althans paarden die hier de ruimte en de vrijheid voor krijgen, doen dit. Een paard dat grotendeels buiten leeft, in een kudde, onderhevig aan de weersomstandigheden past zich aan. Deze paarden vertragen als het ware. Paarden hebben namelijk drie basisbehoeften: toegang tot voldoende (ruw)voer en water, voldoende bewegingsruimte en de aanwezigheid van soortgenoten. Tijdens de wintermaanden zijn deze paarden automatisch meer gesteld op het binnen krijgen van voldoende voedingsstoffen en geen overbodige energie verliezen. Ze spenderen aanzienlijk meer tijd aan eten. Waar het gezelschap van anderen in de zomermaanden vaker leidt tot spel en plezier, zien we dat hier in de wintermaanden veel minder tijd aan wordt besteedt. De kudde is statisch, ze gaan als het ware in ‘energiebesparingsmodus’. Ook al krijgen ze meer dan voldoende ruwvoer, hebben ze dekens aan om hun te helpen warm te blijven, etc.  zullen ze uit eigen initiatief minder bewegen, minder interesse hebben om te spelen. Hun instinct weet namelijk nog erg goed hoe bar de winters kunnen zijn en hoe belangrijk zelfzorg en zelfbehoud dan wel niet is voor hun overlevingskansen. Dit wil niet zeggen dat de kudde egoïstisch wordt en enkel nog maar aan eten denkt, er gaat meer tijd naar het ‘samen zijn’. Zo kan het dat de hele kudde uren lang op dezelfde plaats vertoeft, samen genietend van de warmte die de zon afgeeft gedurende die paar uur dat ze te zien is.

 

Mensen staan verder van hun natuurlijke instincten. Waar wij in de winter eigenlijk de nood voelen om eveneens te vertragen, blijven we doordraven aan het ritme van de zomer. We verwachten van onszelf dat we met hetzelfde energiepeil blijven werken en leven, ook tijdens de donkerste wintermaanden. Zou het niet kunnen dat ook ons lichaam nood heeft aan meer rust tijdens deze periode? Zou het kunnen dat we ons vermoeid voelen, omdat we eigenlijk nood hebben aan een Winterrust, in plaats van een pilletje tegen ijzertekort, magnesium voor meer energie of extra vitamine-D?