Leiden of geleid worden

Over richting vinden

 

  Een vrouw van middelbare leeftijd meldt zich aan met de klacht “op alle vlakken vast” te zitten. Vast in het liefdesleven, vast in haar carrière, geen hobby’s en amper sociale contacten. “Ik wil mijn leven een nieuwe wending geven, alleen weet ik niet goed waar ik naartoe wil waardoor ik niet in beweging kom”.

 

We hebben al enkele sessies gewerkt rond contact maken met anderen, wat haar daarin beangstigt, wat voor relaties zij wil aangaan, hoe zij zelf daarin wil staan, waar zij nood aan heeft, etc. Vandaag geeft de vrouw aan dat ze op iets anders wenst te focussen, maar wat? Opnieuw vertelt ze over hoe ze ‘richting’ wenst te geven aan haar leven, alleen weet ze niet precies waarheen.

 

  Ik vraag haar om, vertrekkend vanuit het punt waar ze hier in de wei stil staat, een punt uit te kiezen in de weide waar ze heen wil en een paard ernaartoe te laten ‘bewegen’. De vrouw fronst even. “Hoe moet ik dat doen?!” vraagt ze gealarmeerd. “Maakt niet uit”, antwoord ik. “Je kiest zelf hoe je het doet, er is geen juist of fout.”

 

  Ze kijkt even in het rond en stapt dan naar de kleine zwarte pony die al een hele tijd vanop afstand staat toe te kijken. Ze maakt voorzichtig contact door haar hand aan te bieden. De pony brengt haar neus dichterbij. De vrouw draait haar lichaam in dezelfde richting als het paardenhoofd en zet een stap vooruit. De pony komt in beweging. Samen zetten ze enkele passen vooruit tot de pony haar inhaalt, subtiel van richting verandert en dan staan ze plots stil. De vrouw kijkt een beetje verdwaasd naar het dier. Ze zegt iets tegen haar dat ik niet kan horen en beweegt haar lichaam maar de pony blijft staan. Opnieuw gaat ze naast het hoofd staan. Met haar lichaam in dezelfde richting, zet ze voorzichtig een stap vooruit en nu komt ook de pony weer in beweging. Opnieuw zetten ze enkele passen. De pony maakt snelle korte pasjes, steekt de vrouw wat voorbij en bepaalt de richting. Opnieuw komen ze abrupt tot een halt.

 

  De vrouw draait zich weg van het dier en onderweg naar mij roept ze al “Da lukt niet, se!”. Ik zeg haar dat ik zag hoe ze steeds samen enkele passen op weg gingen en wanneer het paard haar een beetje voorbij stak tot stilstand kwamen. Met grote ogen kijkt ze mij aan. “Oh ging het zo? Dat weet ik niet meer, ik weet alleen dat het niet lukte, ik had het gevoel dat we niet vooruit kwamen.” In mijn observatie kwamen ze wél vooruit. Een heel eind zelfs, telkens enkele meters, maar er gebeurde steeds iets dat hen opnieuw deed stilstaan. Dus vroeg ik de vrouw om het nog eens te doen en om goed te proberen voelen wat er gebeurt tussen haar en de merrie, zeker indien ze opnieuw tot stiltsand zouden komen.

 

  Ze probeert het opnieuw en zoals ik had verwacht komen ze na enkele passen tot stilstand. “Zij wilt van mij over nemen!”, roept ze vanop afstand. “Zij neemt de leiding, zij wil bepalen waar we heen gaan, maar dat wil ik helemaal niet!”.

 

  We gaan hier even op in, de vrouw komt er op uit dat ze wel graag vooruit wil maar zelf wil bepalen waar naartoe. Ze weet echter niet waar ze heen wil. Telkens ze een punt in gedachten heeft begint ze te twijfelen, is er toch een andere plek die er beter uitziet. Ze vraagt zich af of ze nu wel de beste plek gekozen heeft, etc. “Maar ik wil niet moeten volgen!” roept ze verontwaardigd. Daarop vraag ik haar: “En wat als jij je laat begeleiden?”. Het feit dat er een verschil kan zijn tussen volgen en zich laten (bege)leiden lijkt iets in beweging te zetten. Opnieuw loopt ze naar de pony, legt haar hand op de schouder van het dier en voorzichtig komen ze in beweging. De pony neemt haar mee naar de overkant, zo ver mogelijk. Daar blijven ze samen staan, minuten lang, starend in de verte.

 

   Na wat een eeuwigheid lijkt, besluit ik hen te gaan vergezellen. De vrouw kijkt uit over het landschap en zegt: “wat is het hier ontzettend mooi, dat had ik nog niet gezien en moest ik deze pony niet gevolgd zijn dan had ik het misschien wel nooit gezien”. Nadien volgde een intense nabespreking, over hoe we niet altijd kunnen voorspellen wat onze bestemming is maar hoe bij deze vrouw het ‘niet weten’ ervoor zorgt dat ze niet in beweging geraakt. Haar verlangen om op voorhand te weten waar ze zal uitkomen, vormt net de belemmering om er te geraken. Maar vooral ook over het verschil tussen ‘blind volgen’ en bewust besluiten om je door iemand te laten ‘(bege)leiden’ in een richting waar je zelf anders nooit uit zou gaan.